Morgenster
Een leraar vroeg of ik eens een boek over pesten wilde schrijven. Op zijn school
hadden ze een pestproject voor ouders, voor kinderen en leerkrachten, maar het
hielp allemaal niets. Ik had er niet veel zin in, want ik vond het geen leuk
onderwerp. Maar tijdens lezingen ontdekte ik dat er helaas veel kinderen zijn
die gepest worden en vaak zijn dat kinderen die in een klas boven de grauwe
massa, van allemaal hetzelfde denken, voelen en doen uitspringen en zichzelf
durven zijn. Dan val je op en als je jezelf niet goed kunt verweren of kwetsbaar
bent, ben je een makkelijk slachtoffer. Als je meedoet met pesten zegt dat vaak
meer iets over jou, dan over degene die je plaagt. Je hebt geen respect voor
het anderszijn van de ander. Je begint mee te schelden omdat jij anders misschien
het mikpunt wordt en er zijn ook kinderen die zichzelf alleen wat waard voelen
als zij een ander pijn kunnen doen, want dan lijken ze zelf een stuk beter.
Thomas wordt op school gepest. Ze noemen hem Thomas Tweedehands, omdat ze bij
hem thuis niet zo rijk zijn en zijn ( tweede) moeder vaak tweedehands kleding
en spullen koopt. Zijn schooltas is versleten en zijn fiets rammelt. Hij denkt
zelf dat zijn klasgenoten hem daarom pesten. Maar de werkelijke reden is dat
hij ontzettend slim is. Als hij een les een keer overleest, heeft hij zo een
negen of een tien te pakken en daar zijn alle klasgenoten jaloers op. Op een
dag gooien ze een beker chocomel in zijn boekentas, zodat alles aan elkaar plakt
en zijn schriften onleesbaar zijn.
Thomas loopt weg en dan ontmoet hij Rosa, een zwerfkind dat op straat overleeft
en behoorlijk bijdehand is. Ze worden vrienden. Thomas leert veel van Rosa en
Rosa leert veel van de kwetsbare Thomas.