Dat had je gedroomd
De hoofdpersoon Job lijkt op mij. Ik hou van mijn vrijheid en vind het niet
fijn als die door anderen beknot wordt, vooral niet als mijn creativiteit en
eigenheid daardoor in het gedrang komen.
Job moet naar de brugklas en dat ziet hij niet zitten. Ieder uur een ander leraar
voor zijn neus vindt hij niets en als hij zijn jas in de garderobe ophangt,
zal hij hem vast niet terug kunnen vinden. Hij bouwt in het bos een hut om na
de grote vakantie onder te kunnen duiken. Hij zegt niets tegen zijn broertje
‘professor Paul’ en tegen zijn zusje Sterre, omdat ze geen geheimen
kunnen bewaren.
Dan leert Job Myrthe kennen. Ze is blind en logeert bij haar oma. Door haar
handicap is ze ook met vrijheid bezig, maar op een andere manier dan Job. Hij
neemt haar in vertrouwen. Ze vindt het een idioot plan. ‘Je vriest dood’,
roept ze, maar Job luistert niet. Op een dag laat Job Myrthe zijn hut ‘zien’.
Ze ontdekken dat er een ander in is geweest en die ander is ook met vrijheid
bezig. Daar gaat het hele boek over. Over de drang jezelf te zijn en om zelf
te ontdekken waar je grenzen liggen. En ook om te beseffen dat ieder mens, ieder
kind van nature vrij is om zich te uiten op zijn manier.
De naam van Jobs zusje is een fantasienaam, maar na verschijnen van dit boek
werden er heel wat meisjesbaby’s geboren die de naam Sterre kregen!