Aurora

De Sutiaba, de oudste indianenstam van Nicaragua vestigde zich rond 1300 in León en op het platteland ten westen van deze stad tot aan de Grote Oceaan. Het zijn mensen die dicht bij de natuur leven. Hun goden zijn de god van de zon, de god van het water en de god van de aarde.
Ook nu nog roepen ze bij grote droogte de hulp in van de god van de regen en als er eindelijk druppels vallen, drinkt de oudste Sutiaba van het regenwater. Dat brengt geluk en dan zal de oogst goed zijn.
De leden van deze stam zijn bijgelovig en gevoelig voor magie en hekserij. Ieder kind moet de wetten van de indianen kennen om volwassen te worden. De weg die ze daarvoor moeten gaan is zwaar en griezelig, vol spoken en geestverschijnselen. Ze hebben talrijke legendes die in het dagelijks leven heel belangrijk voor hen zijn. Ze geloven erin en leven ernaar.
De legendes dateren uit de tijd van hun verre voorvaderen. Nog steeds gaan alle ramen en deuren dicht als La Mona, de mensaap, gezien is. Vrouwen hoeven in het donker niet bang te zijn, want El Cadejo, het witte hondje, zal hen zeker beschermen.
Nog steeds gonst het in de stad van geruchten, als El Punche de Oro, (De Gouden Krab), die de schat van opperhoofd Adiac bewaakt, is gezien. Volgens de overlevering kunnen mannen de legendes alleen horen, maar vrouwen kunnen de geestverschijnselen dankzij hun intuïtie ook zien.
Dus ik bofte!

Oude Waterput. De plaats waar een vrouw zich in de mensaap 'La Mona' verandert.
Heel oud heilig beeldje van de Sutiaba.
Het staat ergens in een schuur tussen veel rommel en hoort eigenlijk in het museum thuis.
 

Offerplaats van de Sutiaba vlakbij de berg van bloemen.